23 mei 2017
Wegenbeheerplan 2018-2021 uitgesteld
Wegenbeheerplan 2018-2021 uitgesteld
Het college heeft voor een wegenbeheerplan vier mogelijkheden op een rij gezet, uitgaande van hoog en basisniveau.
Omdat de raad meer financiële uitwerking wilde zien, is de behandeling van het plan uitgesteld.
Hieronder volgt een toelichting op en behandeling van het voorstel.
Toelichting
Het huidige wegenbeheerplan verloopt in 2017. Er is een geactualiseerd wegenbeheerplan 2018-2021 opgesteld. De gemeente Neder-Betuwe werkt steeds meer met integrale kaders die aansluiten bij de beleidsvelden groen en blauw. Het huidige onderhoudsniveau is op dit moment kritiek voor diverse onderdelen. In 2016 is een aantal werkzaamheden doorgeschoven voor uitvoering in 2017. De verwachting is dat na de uitvoering van deze werkzaamheden het niveau Basis wordt behaald. Ook is in het wegenbeheerplan aandacht besteed aan onderhoud en beheer van de bermen en trottoirs (wens uit het coalitieprogramma). Na vaststelling van het plan zal in 2018 gestart worden met de uitvoering van het uitvoeringsprogramma.
In het wegenbeheerplan 2018-2021 zijn vier scenario’s uitgewerkt naar kwaliteitsniveau:
- Binnen de kom hoog niveau en overige basisniveau;
- Centra hoog niveau en overige basisniveau;
- Centra, voetpaden en fietspaden hoog niveau en overige basisniveau;
- Alles basisniveau.
Het college stelt scenario 2 (Centra hoog niveau en overige basisniveau) voor. Dit kwaliteitsniveau sluit aan bij het vigerende groenbeheerplan en de integrale visie openbare ruimte die later dit jaar aan de raad wordt aangeboden.
Behandeling
Mevrouw Elzing (PvdA) heeft na bestudering van het wegenbeheerplan en het raadsvoorstel nog enkele opmerkingen en vragen over onduidelijkheden en onjuistheden over de gelden voor wegenonderhoud. Ze geeft in een tabel de ontwikkeling van bedragen voor toevoeging aan voorzieningen vanaf 2008 tot 2018 voor reservering, uitgevoerde en uitgestelde werkzaamheden en ten slotte de werkelijke stand van de voorzieningen weer. Ze leidt uit dit overzicht af dat de toelichtingen en de bedragen uit het wegenbeheerplan 2014-2017, het voorliggende wegenbeheerplan 2018-2021 en het raadsvoorstel niet met elkaar overeenkomen.
Ze heeft ook een vraag over het onderwerp ‘Claims door achterstallig onderhoud van wegen’. “Als voorzien onderhoud steeds uitgesteld wordt, moet het geld hiervoor toch in de voorziening aanwezig zijn? Er is ook geen inzicht gegeven in de ingediende claims. Ook is het vreemd dat de oppervlakte openbare verharding onlogisch is vermeld in de genoemde stukken; het oppervlak lijkt wel gedaald te zijn. De toevoegingen aan de voorzieningen vertoont een merkwaardig verloop: inclusief klein onderhoud is de verhoging van 2009 tot 2018 wel 69% terwijl de inflatie slechts 13,5% is.
Ten slotte staat nergens in het wegenbeheerplan hoe men tot deze benodigde bedragen/dotaties per jaar is gekomen. Er wordt steeds meer geld gevraagd en het basisniveau wordt niet gehaald.” Het in de raad genoemde aanbestedingsvoordeel kan zij niet vinden. Ook zijn de aanbevelingen van de rekenkamer niet terug te vinden. Ze concludeert dat de raad nog geen duidelijkheid heeft over kosten en kwaliteit en dat zij zo niet kan toetsen bij de evaluaties en het stellen van kaders. Ze stelt dan ook voor dit punt van de agenda te halen om, vóór het wegenbeheerplan wordt vastgesteld, eerst meer duidelijkheid te hebben over bovengenoemde punten.
De heer De Vree (SGP) hoort een aantal relevante vragen in het betoog van mevrouw Elzing. Mogelijk zijn er verklaringen voor; daar ziet hij naar uit. “Onze wegen moeten in orde zijn, het liefst op een hoger plan, want we zitten in het algemeen onder het Basisniveau.” Hij stelt dat een goede financiële onderbouwing nodig is bij de bespreking van de kadernota. Bij de kadernota vindt integrale afweging van investeringen plaats. Hij stelt voor om de behandeling van het wegenbeheerplan door te schuiven naar de behandeling van de kadernota.
Mevrouw Berends (GB) heeft een amendement voorbereid met het doel om alle voetpaden op een hoog kwaliteitsniveau te brengen en niet alleen in de winkelcentra. In het amendement stelt ze voor om scenario 5(Centrum en voetpaden hoog en overige Basis) te kiezen. “De voetpaden moeten voor de inwoners in hun leefomgeving goed zijn en dat zijn ze nu niet.” Ze sluit ook aan bij de voorstellen van de SGP en PvdA. “Het moet financieel eerst goed uitgezocht worden.” Daarin kan haar amendement mogelijk ook worden meegenomen.
De heer Van Essen (VVD) is ook blij met dit plan en hij volgt het advies van het college voor scenario 2. “We komen van de art. 12 status met geld voor wegenonderhoud, maar sindsdien zijn we wel spaarzaam geweest op onderhoud.” Er zijn onverwachte kosten geweest o.a. voor monumenten. Hij is blij dat het onderhoud weer op orde komt. Hij vindt het een goed idee om dit plan bij de kadernota te behandelen.
De heer Van Hattum (CU) volgt de heer De Vree (SGP) en mevrouw Elzing (PvdA): in één keer de zaak financieel goed uitplussen en dan inbrengen bij de kadernota.
De heer Van der Lugt (CDA) twijfelt gezien de financiële positie van de gemeente tussen de scenario’s 2 en 4 . Hij is ook voor het verdagen van de behandeling.
Toelichting door het college
Wethouder Gerritsen merkt op dat in het wegenbeheerplan rekening is gehouden met het advies van de rekenkamercommissie, wat blijkt uit de weergave van de financiële consequenties, de ambitieniveaus en het opnemen van de wegbermen. Er zijn ook wijken waarvan de wegen gerehabiliteerd worden. Intussen is het werk voor de kadernota gestart en hij kan zeggen dat het eigen vermogen van de gemeente er goed uit ziet. De exploitatie van de wensen komt wel hoger uit dan de beschikbare middelen; er moet dus gekozen worden en dat gebeurt bij de kadernota. Dan is ook de mei-circulaire bekend. Hij zal de vragen van een helder antwoord voorzien. Hij zal ook het amendement van GB meenemen. Hij is het eens met uitstel van de behandeling.
Besluit van de vergadering
De behandeling van het wegenbeheerplan wordt uitgesteld naar een volgende vergaderronde.