23 mei 2017

Verbetering arbeidsmogelijkheden bijstandsgerechtigden


Verbetering arbeidsparticipatie bijstandsgerechtigden

Enkele fracties hebben een motie vreemd aan de orde ingediend, met het doel de arbeidsmogelijkheden van bijstandsgerechtigden te verbeteren. Daarbij kwam het opgroeien van een kind bij een alleenstaande ouder aan de orde.

Toelichting door de indieners

De fracties van de SGP, het CDA en de VVD dienen een motie ter verbetering van de arbeidsparticipatie van bijstandsgerechtigden in. De heer Waasdorp (SGP) licht deze toe. “Onze gemeente is bezig om bijstandsgerechtigden weer mee te laten doen in de maatschappij en in het arbeidsproces. Dit is in lijn met de eis vanuit het kabinet van VVD en PvdA om iedereen met een bijstandsuitkering te verplichten tot een vorm van tegenprestatie. De motie is onderdeel van het grotere geheel. Eerder heeft de raad het college al opdracht gegeven om te zorgen dat iedereen in de gemeente ook echt meedoet. 
De motie gaat in op de financiële prikkels die in de participatiewet zijn opgenomen als extra stimulans om mensen vanuit de bijstand aan het werk te krijgen. De wet biedt de mogelijkheid om te zorgen dat bijstandsontvangers een deel zelf mogen houden, zodat een extra stimulans ontstaat om aan het werk te gaan. Laten we waar mogelijk alle middelen gebruiken die helpen om mensen die in een moeilijke situatie zitten een duwtje in de rug te kunnen geven.

Het convenant met werkgevers om bijstandsgerechtigden aan het werk te krijgen kan beter. Van ondernemers komt de vraag waarom er niet meer actie vanuit de gemeente is om bijstandsgerechtigden aan het werk te krijgen. Mensen die in onze gemeente vanuit de bijstand aan het werk zijn, komen vooral uit omliggende gemeenten.

Dit is wel een motie in een gebroken wereld. Het is verdrietig dat veel mensen niet de juiste kwaliteiten hebben of meer hebben om mee te doen in het arbeidsproces en keer op keer worden afgewezen bij een zoektocht naar betaald werk. Ook het feit dat we praten over een ‘alleenstaande ouder’ geeft de onrust en ellende in deze wereld weer. Kinderen horen niet op te groeien in een gezin van een alleenstaande ouder (verdrietige uitzonderingen daargelaten). In een cultuur waar het begrip trouw is ingewisseld voor eigen behoeftebevrediging, zijn kinderen in veel gevallen speelbal geworden van die individualisering van onze samenleving. Deze motie bevat het verzoek aan het college om in het traject van bijstand naar werk, in het geval van alleenstaande ouders met kinderen tot en met 12 jaar, nadrukkelijk de gezinssituatie een primaire rol te geven. Niet om de alleenstaande ouder te vrijwaren van arbeidsverplichtingen/mogelijkheden, maar om te zorgen dat kinderen niet ten koste van alles opgeofferd worden aan de participatiegedachte die in dit land soms wel heel extreme vormen aanneemt.

De heer Waasdorp leest de motie voor. Het verzoek aan het college is:

  1. Aanvullende mogelijkheden ter stimulering van arbeidsparticipatie te onderzoeken en
  2. Bij de actieve ondersteuning om alleenstaande ouders met thuiswonende kinderen t/m 12 jaar naar betaald werk te begeleiden, de gezinssituatie (zoveel als wettelijk mogelijk) een primaire plaats te geven.


Behandeling in de raad

Mevrouw Den Hartog (PvdA) vraagt zich af of ze goed gehoord heeft dat kinderen niet horen op te groeien bij een alleenstaande ouder. De heer Waasdorp antwoordt dat dit correct is. Hij zegt niet dat het verboden is, maar dat het voor de kinderen beter is dat ze in een gezin opgroeien waar geen gebrokenheid heerst.

Mevrouw Berends (GB) merkt ook op dat je niet kunt zeggen dat een alleenstaande ouder een kind niet beter kan opvoeden dan in een gezin het geval is. “Dat gaat echt te ver.” De heer Waasdorp antwoordt dat hij niet zegt dat een alleenstaande ouder een kind niet kan opvoeden, maar dat hij constateert dat er voor kinderen een heel moeilijk proces achter ligt. Mevrouw Den Hartog voelt zich hier ook persoonlijk op aangesproken. “Ik ben het er totaal niet mee eens dat hier de lat van de moraal wordt aangelegd en ik hoop dat u uw woorden terug neemt.” De heer Waasdorp reageert dat hij niet de bedoeling heeft om persoonlijke situaties te kwalificeren, maar hij constateert uit zijn praktijk, dat het voor kinderen in deze situatie vaak ontzettend moeilijk is. En daar is deze motie voor. Deze motie is bedoeld te voorkomen dat kinderen opgeofferd worden aan de participatiegedachte.

Mevrouw Den Hartog (PvdA) ziet wel het nut van extra inzet voor participatie. Ze vraagt verder voorbeelden van gevallen waarin participatie door alleenstaande ouders ten koste gaat van kinderen. Verder vraagt ze of helemaal niet of parttime gewerkt mag worden door een alleenstaande ouder met kinderen t/m 12 jaar, en of naar de situatie en de leeftijd wordt gekeken. Ze kan zich voorstellen dat er situaties zijn dat werken moeilijk is, bijv. bij kinderen met extra veel aandacht. Maar daar voorziet de huidige verordening al in. Ze wijst ook op de moeite om weer actief te worden op de arbeidsmarkt als iemand er al heel lange tijd uit is. En gaat het houden van een ouder in de bijstand niet ten koste van het kind.

Mevrouw Van Dijkhuizen (CDA) antwoordt hierop dat deze punten bij het opstellen van de motie ook besproken zijn. Er staat niet dat een ouder niet mag werken. Ook kan deze vrijwilligerswerk doen om te participeren in de samenleving.

De heer Van Someren (VVD) vult aan dat een alleenstaande ouder toch al moeilijker een baan krijgt i.v.m. de werktijden. Er blijven situaties dat een hele dagtaak niet mogelijk is.

De heer Van Hattum (CU) merkt op dat mogelijk vrijwilligerswerk niet in de motie staat.

De heer Waasdorp (SGP) vat samen: “Met de motie zoeken we naar werkruimte om met de gezinssituatie rekening te houden.” Vervolgens geeft hij een voorbeeld van een moeilijke situatie. Hij doet ook de suggestie om in de uitvoering van de participatiewet eerst andere groepen aan het werk te helpen. De motie is breed en zij geeft het college beleidsruimte.

Toelichting door het college

Wethouder Benschop heeft de motie gezien en hij hoort veel standpunten van de fracties. Uit Buren heeft hij het eerste jaarverslag over dit onderwerp ontvangen; daarmee komt hij binnenkort naar de raad. Er zijn nu 248 mensen in de bijstand, waarvan 13 mensen met kinderen tussen 5 – 12 jaar. Hij wil aanvullende mogelijkheden onderzoeken en daarna met het resultaat naar de raad komen. Er is absoluut geen verbod op betaald werk. Het gaat om aansluiting bij de omgeving en dat vindt hij in de motie terug. De primaire plaats van de gezinssituatie zit al in het beleid.

Voorzitter Kottelenberg adviseert de fracties in de schorsing naar Het Besluit de hoofden even bij elkaar te steken.

Besluitvorming

De raad neemt de motie aan met 11 stemmen voor (SGP, CDA, VVD en CU) en 6 stemmen tegen (PvdA en GB).