9 juni 2015

‘Sterk bestuur’ vraagt om een krachtig financieel beleid.

Allerlei maatschappelijke en bestuurlijke ontwikkelingen stellen gemeenten voor grote uitdagingen. Naast  nieuwe gemeentelijke taken in het sociaal domein spelen er op regionaal niveau verschillende maatschappelijke opgaven op het gebied van arbeidsmarkt, woningmarkt en infrastructuur.   Hoe vinden gemeenten  een passend antwoord  op decentralisaties, bezuinigingsopgaven, problemen met grondexploitaties, mondige inwoners, demografische krimp, werkloosheid  en problemen op de woningmarkt?  Het gevolg hiervan is dat in de toekomst meer dan ooit een beroep gedaan zal worden op de bestuurskracht- en samenwerking van gemeenten in de regio.

Om hier invulling aan te geven heeft de provincie Gelderland samen met het VNG een commissie in het leven geroepen die de opdracht heeft na te gaan hoe de gemeenten in Gelderland omgaan met deze ontwikkelingen. In haar onderzoek is de provincie onderverdeeld in 7 regio’s.  Zoals bekend valt onze gemeente in de regio Rivierenland. In 2014 zijn alle gemeenten geïnterviewd, zijn inspraakavonden georganiseerd en in mei heeft de commissie haar eindrapport gepresenteerd.  De conclusie van de commissie met betrekking tot onze regio is dat men constateert dat de strategische agenda van Rivierenland een stevige impuls lijkt te krijgen door nieuwe gemeentegrensoverschrijdende afspraken. Dat betekent dat voortvarend gewerkt wordt aan 3 speerpunten, logistieke hotspot, agribusiness en toerisme/recreatie. 

Een tweede conclusie is dat de bundeling van ambtelijke capaciteit goed gewerkt heeft voor de 3 D’s.  Een derde conclusie is dat Tiel gewaardeerd wordt als grote stad met voorzieningen maar niet de rol van bestuurlijke centrumgemeente zal krijgen.  De vierde conclusie is dat actief gezocht moet worden naar verdere samenwerking.  Het woord ‘herindeling’ blijft hier niet ongemoeid. Een laatste conclusie is dat gemeenten moeten zorgen dat de kwetsbaarheid van de ambtelijke organisatie niet wordt verminderd. 

In het coalitieprogramma dat in 2014 door PvdA, CDA en SGP is opgesteld heeft de coalitie zich ten doel gesteld wel samenwerking te zoeken met buurgemeenten, maar  met het doel de zelfstandige gemeente Neder-Betuwe te behouden.  Al eerder hebben we aangegeven dat dit alleen mogelijk is als we met vergelijkbare gemeenten de zogenaamde bedrijfsvoeringstaken samen uitvoeren. Hiervoor was onze gemeente in een ver gevorderd stadium met de gemeente Buren en West- Maas en Waal.  Helaas is deze poging tot samenwerking eind 2014 gestrand. De commissie benoemd dit expliciet en adviseert deze gemeenten een nieuwe poging tot samenwerking te ondernemen. Een motie van onze fractie in de gemeenteraadsvergadering van maart om opnieuw met Buren in gesprek te gaan kreeg helaas geen meerderheid. Liever wil men ook andere gemeenten (o.a. Tiel) hierbij betrekken. Wij blijven als fractie van mening dat de problematiek van een stad als Tiel van een heel andere orde is als van een plattelandsgemeente als Neder-Betuwe. Wellicht is het de moeite waard naast Buren ook een onderzoek te doen naar samenwerking met de gemeente Over-Betuwe. 

In antwoord op de vraag of de provincie herindeling van gemeenten nastreeft antwoordde de gedeputeerde, de heer J. Markink, kortgeleden dat de provincie geenszins van plan is herindeling van bovenaf op te leggen. Gemeenten die geen herindeling willen zullen daartoe niet gedwongen worden. Hij verbond daar wel twee voorwaarden aan. Ten eerste een goed draaiende ambtelijke organisatie en ten tweede een gezond financieel beleid. Aan het eerste wordt al een aantal jaren hard gewerkt.  De tweede voorwaarde vraagt enige uitleg. De gemeente Neder-Betuwe is in 2001 heringedeeld. Hierdoor kwam men in financieel zwaar weer waardoor men tot 2007 zelfs de artikel-12 status mee droeg. Overigens is dit bij veel herindelingen in den lande het geval.

Het beleid van de laatste jaren heeft ervoor gezorgd dat we iets meer vet op de botten hebben. Maar, niet meer dan dat. In de kortgeleden aan de gemeenteraad aangeboden kadernota  is nauwelijks ruimte voor nieuw beleid. Onze fractie vindt dit teleurstellend. Bovendien behalen we op deze wijze niet ons voornemen in het coalitieprogramma  het weerstandsratio op 1.0 te brengen. Verdere lastenverzwaring voor de burger is iets waar onze fractie zich tegen uitgesproken heeft. Met andere woorden, er zal bezuinigd moeten worden.  Een bezuiniging van nog geen € 250.000,00 gaat onze fractie niet vergenoeg. De tijd van het kaasschaafprincipe ligt achter ons. Er zullen keuzes gemaakt moeten worden.

De discussie rond het vaststellen van de kadernota wordt een interessante.  Waar blijven we met onze bestuurlijke daadkracht als we niet in staat zijn om  bijvoorbeeld 2%  op onze totale begroting te bezuinigen?  We hebben het over gemeenschapsgeld. Een geoliede organisatie en een krachtig  financieel beleid is een vereiste om als zelfstandige gemeente te kunnen voortbestaan. Bovendien is onze fractie  van mening dat de overheid naar de eis van het Woord van God dient te regeren. Dit geldt niet alleen voor het handhaven van de Zondagsrust, het handhaven van de openbare orde en andere onderwerpen. Dit geldt ook voor het op een juiste manier beheer van de financiële middelen.