14 juli 2016

Achtergronden motie openbaar groen

 

Motie openbaar groen

Afgelopen raadsvergadering werd tijdens de behandeling van de 1e bestuursrapportage een door het CDA geïnitieerde (en door VVD en SGP mede ondertekende) motie behandeld. Deze motie was eigenlijk niet echt een verrassing en werd uiteindelijk door alle fracties van harte ondersteund. Vorig jaar al werd flink geklaagd over het onderhoud openbaar groen en ook dit jaar met de grote hoeveelheid regen zijn de klachten over het achterstallig onderhoud in het openbaar groen niet van de lucht. Op sommige plekken komt zelfs de veiligheid in het geding. Reden om met een motie de wethouder een flinke steun in de rug te geven. Het dossier ‘beheer openbare ruimte’ kent echter een lange, complexe geschiedenis.

Het begint eigenlijk al in 2011 als de raad het college verzoekt om binnen bepaalde kaders te bezien in hoeverre het beheer openbare ruimte (waar het groen ook onder valt) uit te besteden aan de Avri. Tijdens een raadsvergadering in september 2013 komen uiteindelijk twee alternatieven op tafel, namelijk onder brengen bij de Avri of toch in eigen beheer houden. De keus valt uiteindelijk op de Avri omdat zij aangeven het geheel goedkoper te kunnen uitvoeren. Zo worden diverse efficiency voordelen verwacht en rekent de Avri op flink meer inkomsten door het verhuren van materieel aan andere gemeenten. Met name de veelbesproken, dure kolkenzuiger (net aangekocht door de gemeente) zal op jaarbasis veel extra geld op leveren. Tijdens de beslissing over de aanschaf van deze dure machine was de SGP al sceptisch en naar nu blijkt niet ten onrechte. De verwachte extra opbrengst van deze machine van € 70.000 per jaar blijkt een grote illusie. Ook andere zaken vallen tegen, waardoor er van de verwachte voordelen inmiddels € 103.000 per jaar minder over is.

Omdat Avri een gemeenschappelijke regeling is en de tien deelnemende gemeenten niet op willen draaien voor de extra kosten van een specifieke dienst van één gemeente, zijn de werkzaamheden wel uitbesteed, maar komen extra opbrengsten of kosten volledig ten laste van onze gemeente. Met een duur woord wordt dit ‘inbesteden’ genoemd. Dat dit allemaal niet eenvoudig ligt, blijkt wel uit de onderling gemaakte afspraken. Bij niet goed functioneren kan de Avri van onze gemeente wel een boete krijgen, maar omdat extra kosten voor rekening van de gemeente zijn, komt deze boete om betaald te worden de volgende dag weer bij de gemeente binnen. Ook het aanleveren van prestatie overzichten over de geleverde kwaliteit door de Avri is een enorme uitdaging voor deze organisatie. Reden waarom tijdens de behandeling van de begroting van de Avri in een vorige raadsvergadering een amendement van de SGP nadrukkelijk de vraag heeft opgeworpen of de Avri wel de juiste plek is om het beheer van onze openbare ruimte onder te brengen.

Een ander aspect wat bij deze motie een rol speelt is het zogenaamde bijmaaien. In het kader van bezuinigingen (onze gemeente was sinds de herindeling in een artikel 12-status beland) had de raad ook besloten om de Avri niet meer direct rond obstakels (hekken, lantaarnpalen, speeltoestellen, etc.) te laten maaien. In het coalitieprogramma is ruimte gemaakt voor burgerparticipatie om burgers te betrekken bij het groenonderhoud. Maar dat is nog niet de oplossing gebleken voor het bijmaaien en andere achterstallige zaken in het openbaar groen. Reden voor de indieners van de motie om toch weer extra budget beschikbaar te stellen voor het wegwerken van deze achterstanden. Hiermee wordt als het goed het aanzien in onze gemeente deze zomer flink verbeterd. We presenteren ons als hét laanboomcentrum van Europa, onze gemeente is een mooi stukje Nederland, dan hoort naar onze mening de openbare ruimte er ook verzorgd bij te liggen.

Een heel ander onderdeel van de motie ging in op de verplichte tegenprestatie door bijstandsgerechtigden. Sinds de invoering van de Participatiewet per 1 januari 2015 zijn er een aantal zaken gewijzigd voor bijstandsgerechtigden. De achtergrond van deze wet is de overgang naar een participatiesamenleving waarin iedereen weer meedoet. In een samenleving hebben we niet alleen rechten, maar ook plichten. Van iemand die om wat voor reden een beroep moet doen op een bijstandsuitkering verwacht de overheid een tegenprestatie. Dat kan op allerlei manieren en is in onze gemeente begrensd tot maximaal 8 uren in de week, maar is geen vrijblijvend onderdeel. Er zijn uitzonderingen voor mensen die vanwege fysieke of gezinsomstandigheden dit niet kunnen. Dat het PvdA-staatssecretaris Klijnsma ernst is met deze verplichting blijkt uit het onderzoek wat ze de Inspectie SZW heeft laten uitvoeren naar het gemeentelijke beleid in deze. Naar haar gevoel gaan gemeenten nog te vrijblijvend om met dit belangrijke onderdeel van de participatiesamenleving zoals die het huidige kabinet van VVD en PvdA voor ogen staat.

Onze gemeente heeft daarvoor eind 2014 de Verordening tegenprestatie Participatiewet aangenomen waar dit in is geregeld. Als uitvloeisel daarvan heeft het college een Beleidsplan opgesteld met uitgewerkte kaders hoe bijstandsgerechtigden aan deze verplichting vorm kunnen geven. Zij kunnen dit doen in de sectoren zorg, welzijn, verenigingen, wijk/buurt/familie maar ook in het openbaar groen. Aangezien Avri momenteel het beheer van de openbare ruimte voor onze gemeente verzorgd is het logisch om met hen afspraken te maken over de mogelijke betrokkenheid van bijstandsgerechtigden in de openbare ruimte. Daar werd met de ingediende motie van CDA, VVD en SGP aandacht voor gevraagd.

Dat de inrichting van de participatiesamenleving rond de tegenprestatie door bijstandsgerechtigden nog niet optimaal is blijkt wel uit de antwoorden naar aanleiding van schriftelijke vragen gesteld door onze fractie. Door overgang van de uitvoeringsorganisatie van Tiel naar Buren is de focus vooral komen liggen op ondersteunen en helpen van bijstandsgerechtigden en het wegwerken van achterstanden ontstaan bij de uitvoering in de gemeente Tiel. Daarmee is anderhalf jaar na inwerking treding van de Participatiewet de uitvoering nog niet waar ze moet zijn. Het doel is niet om bijstandsgerechtigden extra moeilijkheden te bezorgen, maar om mensen juist weer het gevoel te geven mee te doen en niet afgeschreven langs de kant te staan. Voor de SGP komen hierin twee oude maar nog zeer actuele Bijbelse noties naar voren: wie kan werken, moet werken, maar wie niet kan werken, die moeten we niet afschrijven, maar terzijde staan en helpen waar nodig.

U begrijpt, onze fractie is met beide dossiers nog niet klaar….